11e Monnikenloop te Schiermonnikoog 20 oktober 2012
door Lies van der Wal
Al heel lang geleden had ik besloten om mee te doen aan de Monnikenloop en dan wel de tien kilometer. Het zou mijn eerste
tien worden en toen ik me voor deze inschreef had ik berekend dat de tien wel moest kunnen. Het is tevens een leuke stok achter
de deur om al voor deze afstand in te schrijven. Ook had ik toen al een hotel geboekt en een vrije vrijdag en een pension
voor Sonja (hond) besproken. Want hardlopen is geweldig voor mij maar je moet ook denken aan de supporter. Laat Foeke nu
eens gek zijn op eilanden en weekendjes weg! Dus dit is dan geen straf. Ook oppas geregeld voor de overige dieren en alles
is vrijdags startklaar. Vroeg uit bed de koffers pakken en Sonja wegbrengen en naar Lauwersoog om de half vier boot te halen.
Ruim op tijd arriveren we op Lauwersoog en gelukkig kunnen we nog ruim parkeren. We wachten een tijdje en daar kunnen we aan
boord. Het weer lijkt ons gunstig gezind en de Waddenzee is als een spiegel zo glad. Ik heb er dik zin in en maak me totaal
geen zorgen. Immers heb ik regelmatig vijftien kilometer gelopen als ik voor mezelf train. Geen toptijden maar lekker lopen.
We komen aan in de haven en nemen vanaf dat punt een bus omdat er een gratis buskaart bij de inschrijving zat. We stappen
uit vlakbij de Toxbar waar je alvast de startnummers kunt halen. Foeke blijft buiten wachten terwijl ik binnen stap om mijn
papier in te leveren. Achter in de zaak staan er diverse tafels met daarop verschillende afstanden en man of vrouw afdelingen.
Ik zoek en vind mijn tafel en de vrouw die erachter zit overhandigd mij het nummer en de speldjes. Ik vraag de vrouw of zij
weet hoe laat de start is de volgende morgen. Ze antwoord met: “Tja, in principe is de start om elf uur maar het kan ook
later worden, maar dat hangt van de boot af.” En dat maakt het nu precies waarom wij van de eilanden houden. Lekker
onthaastend. We lopen naar ons hotel en checken in. Even later halen we een paar fietsen en zoeken een terras om even
het weekend te vieren. Ik neem een Westmalle tripel en die smaakt naar meer. Maar na drie van die zware jongens denk ik
ineens waar ik ook al weer voor naar Schiermonnikoog gekomen was. Shit, ik moet morgen nog tien kilometer lopen! Ik staak
verder drinkgedrag en stap braaf over op cola, wat me overigens ook goed smaakt. We eten nog wat en gaan vroeg onder de
wol.
De wekker loopt af om kwart over acht en we staan lekker uitgerust op. Na een heel licht ontbijt voor mij en het
tegenovergestelde voor Foeke lopen we langzaam weer naar het dorp. Daar is het bijzonder rustig en we besluiten om wat
te winkelen. Maar het winkelcentrum is niet bijzonder groot te noemen, en dat is dan ook al snel bekeken. Rond half elf
nemen we plaats achter de stamtafel in de Toxbar en zien gelaten de toenemende drukte aan. Het is een komen en gaan van
allerlei mensen. De klok geeft elf uur aan en er gebeurt niets. Dan alsof het afgesproken werk is, gaan er hele kuddes
mensen in het startvak staan. Ik volg het goede voorbeeld en sluit mij aan bij de menigte. Foeke steekt nog een duim op
naar mij en ik bereid me rustig voor op mijn tien. Een man naast me in het vak komt uit Groningen. Wat is de wereld klein
hè? Hij doet de tien mijl, en terwijl we nog gezellig keuvelen klinkt daar ineens het startschot. En dan schrik je wakker,
je moet tien, aarrch, zoveel? Maar je moet verder want met de massa mee beweeg je naar die beruchte streep. En dan ga
je over die streep. Ach, en als je daar eenmaal overheen bent,…. Dan kan je net zo goed die tien ook doen!
We lopen de straat uit en gaan naar rechts en dan direct weer naar links. Ha, we komen voor mijn hotel langs waarna
we linksaf slaan. Hier staan borden waaruit blijkt dat we hier nog een keer langs komen. Ik loop werkelijk lekker en heb
er zin in. Langs de weg staan hier en daar een paar eenzame supporters en ondanks dat ze met niet veel zijn, schreeuwen
ze ons toe, vol verve. Leuk hoor! De klinkerweg slingert langs leuke vakantiehuisjes en gaat de bewoonde wereld uit. Als
we het bord einde Schiermonnikoog hebben gehad gaat het pad over in fietspad. Dit is een schelpenpad en deze gaat richting
zee. Wat ik even vergeten was toen ik me in had geschreven voor deze monnikentocht, komt nu. Waarom heet het monnikentocht?
Welnu, het eiland heet Schiermonnikoog, dus daarom. Nou, ik weet nog wel eentje. Als iets een heel precies werkje is,
of het is moeilijk, dan noemen we het monnikenwerk. Dat is met deze tocht ook zo, en daarom heet het Monnikentocht. Het
schelpenpaadje gaat behalve slingeren ook nog eens op en neer. Ik klim en daal en herinner me de wijze woorden van de
trainingen. En gelukkig na weer een klim daalt het pad weer om over te gaan in één of ander braggelbak. Er liggen
paardenvijgen op een soort van hooipad. Je moet klunnen om hier overheen te komen. Ook aan deze ellende komt een einde
en ik zie met een glimlach om mijn gezicht de zee voor me opdoemen. Ik word altijd blij van de zee. We rennen over het
zand en de wind is gunstig. Onderweg over het zandpad kan ik mijn lachen niet houden. Een oudere man staat te urineren
en excuseerde zich met de volgende woorden. “Ja, sorry hoor, ik kom er eerlijk voor uit, ik heb een oude mannen kwaal.”
Waarop er enkele dames reageren: “Daar zijn ook medicijnen voor!” “Dat is wel zo, maar toch moet ik wel, anders heb een
natte broek.” Iedereen in de buurt is slap van het lachen. Dat is ook leuk aan hardlopen, er is zelfs nog tijd voor
grappen en grollen. We rennen verder en de man sluit zich even later weer aan. En na het strand moet je weer het land
op, de duinen in. Eerst gaan we over een oploop en dan weer een schelpenpad naar iets wat het meest erge is van deze
loop. Er staat een joekel van een berg in de weg. Dit is de Kilimanjaro, zonder twijfel. Langs de berg staan erg veel
supporters die onze weg naar de top makkelijker maken. Ik ga de berg te lijf en wordt vermoedelijk zo rood als een
kreeft bij deze prestatie. Ik ben bijna boven en val bijna stil, totdat een geweldige vrouw me helpt. “Kom op meid,
je kan het, kom op.” Gesteund door deze vrouw vind ik iets in mijn reserves, waardoor ik toch door kan. Weer na op
komt ook down. Alleen kan ik naar beneden niet zo hard als ik zou willen. Ik vraag me af of ik überhaupt nog weer in
ritme kan komen, omdat dit toch erg veel energie heeft gekost. Maar ik ren nog steeds, al is het niet vol speed. Toch
blijk ik meer in huis te hebben dan ik had gedacht, want een paar honderd meter verder kan ik weer versnellen. Dan
wordt er door een paar organisatie mensen uitgelegd dat de wegen van de tien mijl worden gescheiden van de tien
kilometer. We krijgen hier ook water waar ik blij gebruik van maak. Wij gaan rechts terwijl die anderen links gaan.
En hier blijkt dat er nog genoeg mensen van de tien over zijn. We volgen weer een schelpenpad en aan het einde van
dit pad staat Foeke! Hij maakt foto’s en zwaait blij. Hee, dat had ik niet verwacht. We komen weer op het begin
paadje en ik zie dat we nog vier kilometer moeten. Ik haal notabene nog een paar mensen in en ik voel me weer heel
erg goed. We splitsen op een gegeven moment naar links waar we heenreis rechtdoor moesten. Ik zie dat we de duinen
weer in gaan en maak me toch een beetje zorgen over omhoog. Gelukkig valt het op dit traject dik mee en we hebben
ook geen hinder van de wind. En dan op een moment worden we ingehaald door de eerste tien mijl man. Tjonge jonge
wat is die snel zeg. Ach, ik richt me op mijn eigen ding en zie een meid ver voor me en stel me een nieuw doel. Die
kan ik hebben, en ik geef nog maar wat gas bij. Mijn doel blijkt toch geen makkelijke prooi en ze blijft ver voor
me. Ondertussen dreigt iemand anders mij in te halen. En dat moet nu maar eens over zijn! Ik ga nog sneller en
diegene achter mij geeft het op. Ik kan het niet zien, maar ik hoor in ieder geval geen gehijg meer. Ik zie links
en rechts ook nog allemaal dieren zoals fazanten en een paar zilverreigers. Ook een paar oude knollen en een verdwaald
konijn. Zelfs rennend heb ik altijd oog voor natuur. We worden de waddendijk opgeleid en ik zie bovenop de dijk de
Waddenzee. Nu rennen we lekker buitendijks tot we nog een keer gesplitst worden van de tien mijl. Wij mogen de dijk
weer op en zien het dorp weer liggen. Nu kan ik zien wat er allemaal achter me aan komt en ben bij voorbaat tevreden.
Nog een klein stukje naar het dorp toe op een klinkerweg waar ook weer support staat. En dat ben ik in het dorp
waar de mensenmassa groeit. Ook lopers die al binnen waren supporteren dapper mee. Ik zie de finish en een paar
meter voor de finish wordt ik bijna van de sokken gereden door een verdwaalde fietser.
Ik geef de man een duw en
struikel over de lijn. De omroeper schelt de man uit en ik zie nog vanuit mijn ooghoek dat mijn tijd één uur en
negen minuut nog wat is. De man biedt zijn excuus aan op afstand en ik knik naar hem. Dat was schrikken zeg! Dankbaar
neem ik mijn flesje drinken en een cadeau aan. We vieren de tien kilometer door na mijn douche hem nog eens te doen!
En dan deels fietsend en deels lopend. Foeke was brandnieuwsgierig naar deze route. Blij met deze interesse liet ik
hem zien waar ik allemaal langs was gekomen. Na de tour hebben we lekker gegeten en hebben we de tien gevierd. En
op zondag zijn weer huiswaarts gekeerd om weer terug te zien op mijn fantastische doch zware avontuur op Schier!
Het was trouwens wel een beetje verder als tien kilometer, maar een kniesoor die daar op let.