Nieuws
Over ons
Loopclinic
Trainingen
Duurlopen
Loopagenda
Contact
Ledeninformatie
Sociale Media

 

Alleen voor leden:
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Wachtwoord vergeten?

Met het zout op de huid.

Verslag van de Marathon van Utrecht op 13 april 2009.

door Coos Datema

Nadat de pijntjes van de Amsterdam marathon weer wat geheeld en vergeten waren, wilde ik in het voorjaar weer een marathon lopen. Met meer duurvermogen en meer tempohardheid moest ik onder de voor mij magische grens van vier uur kunnen komen.

In december hadden Geja, Rob, Bé en ik ingeschreven voor de marathon in Utrecht. Na een fors trainingsprogramma, ik moest immers meer trainen, wekelijks 50 tot 70 kilometer, voelde ik pijntjes in rechter kuit en achillespees. Omdat Katharina Boels eenzelfde ervaring had voor haar marathon in Rotterdam (lees haar verslag er maar op na), heb ik besloten hetzelfde te doen als zij gedaan heeft de laatste weken voor de marathon (vrijwel niets).

Ik had immers genoeg kilometers gelopen, meer zou niets meer toevoegen, alleen maar afbreken. Wel werd ik knap onrustig van bijna drie weken “nietsdoen”. Op tweede paasdag, om half zeven in de ochtend, gingen we op reis naar Utrecht. Behalve de vier marathonlopers gingen Stien, Albert, Jenny, Marja, Koos, Bert en Henk ook mee. Zij gingen de halve marathon lopen. Met Koos en Albert als chauffeurs, reden we vlotjes naar Utrecht. Daar aangekomen leek het een warme dag te worden. “Hemdjesweer dus”.

Geja en Bé besloten met de 4.15 uur pacers mee te lopen, terwijl Rob en ik met die van 4.00 uur meegingen. Pacers Jack en Ineke hielden de vaart er goed in. Ze wilden onder de 4.00 uur bruto lopen, omdat zo drie meelopende dames in de Runners World lijst van 2009 zouden komen. Op weg van de Jaarbeurs naar de oude stad stonden Corrie en de kinderen mij aan te moedigen. Nadat we na 10 kilometer weer bij de Jaarbeurs waren, gingen we over het Amsterdam-Rijnkanaal en onder de A2 door naar De Meern.

In de Meern had het parcours een aantal lussen, waardoor we Geja en Bé na zo’n 15 kilometer tegenkwamen. Ze liepen nog lekker met de groep mee. Na de lussen liepen we door Vinex en lintbebouwing richting Vleuten. Bij Vleuten ging Rob bij de groep weg. Geheel tegen mijn natuur in besloot ik hem niet te volgen. Het was warm, het ging lekker, dus was het goed zo.

Ondertussen werd het steeds warmer. Gelukkig had ik een pet op en had ik steeds goed gegeten en gedronken.

Op de terugweg in De Meern weer de lussen. Ik zag Rob steeds voor mij lopen en kwam Bé tegen, ontspannen lopend in de groep. Later zag ik Geja ook. Het ging vandaag niet, zei ze.

Het leek steeds warmer te worden en de groep werd steeds kleiner. Bij kilometer 35 liep opeens Rob weer in de groep. Hij zei dat het niet meer ging en dat hij ons moest laten gaan. Jammer, want samen finishen na zoveel trainingskilometers samen had ook wel wat.

Nu werd het ook voor mij echt moeilijk. De brug over het kanaal leek veel hoger dan op de heenweg. De afdaling bezorgde me kramp in de hamstrings. Door aanmoedigingen van Jack, Ineke en zoon Paul die de laatste twee kilometers meeliep kon ik het tempo vasthouden. Ik finishte in 3.58.35. Eén minuut en 24 seconden sneller dan waar ik op had durven hopen. Met de medaille om de hals dook ik meteen de koelte van de Jaarbeurs in. Jammer van de douches, die waren er niet.

Rob’s finish miste ik. Maar met droge kleren zag ik Bé nog net binnenkomen. Die oogde nog lekker fris. Toen naar vrouw en kinderen gelopen en mijn ervaringen gedeeld. Ondertussen was Geja binnen en toen was het wachten op de zeven van de halve marathon.

Toen zij ook aardig fris de finish gepasseerd waren, konden we na enig fatsoeneren en verkleedwerk met het zout op de huid terug naar Zuidhorn. Hier zijn we naar het “Derde Perron” gegaan, waar we prima gegeten hebben en zo het vocht- en mineralentekort weer aangezuiverd hebben.

 










Privacy & Disclaimer voor het laatst gewijzigd op 2020-11-12 20:43:29