Nieuws
Over ons
Loopclinic
Trainingen
Duurlopen
Loopagenda
Contact
Ledeninformatie
Sociale Media

 

Alleen voor leden:
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Wachtwoord vergeten?

Nienoord Cross te Leek 1 December 2012

door Lies van der Wal

Eerder deze week

De training van de dinsdag was door spierpijn in de kuiten geen succes.
Dat kwam wellicht van de Nörger Cross les.
Zulke Crossen ben ik bepaald niet gewoon, en dat moet echt nog leren.
Maar zo als het nu lijkt volgen er in de toekomst nog vele keren.
Woensdag was het leed nog steeds niet geleden.
Ik heb spreekwoordelijk om elke stap die ik deed, een heuse strijd gestreden.
De donderdagsavonds in huis dacht ik bij mezelf, die is hartstikke gek.
Als ik nu weer ga trainen, ga ik echt op mijn bek.
Ik belde Luuk af, want die zou rijden gaan.
Ik zei: “jongen, het is met mij gedaan.
Zeg maar op de training dat ik languit ga liggen op de bank met mijn luie reet.
Het is maar dat je het weet.”
Maar, sprak Luuk met een doordringende vraag in zijn stem, “ga je wel lopen in Leek of zit dat er niet meer in?”
“Ik denk het wel, antwoorde ik, want daarin heb ik echt veel zin.”
Vrijdag liep ik al als een kieviet zo snel op het werk heen en weer.
Mijn benen deden al lang niet meer zo zeer.

Zaterdag 1 december 2012 de dag van de wedstrijd

Vroeg wakker dat dan weer wel.
Ik spring uit mijn bed en ren naar beneden heel erg snel.
Het kriebelt overal en ik weet dat ik moet rennen over het parcours van Nienoord.
Mijn lichaam en geest vragen erom, het is toch ongehoord.
Ik bel met mijn oom Henk en die geeft te kennen dat hij niet wil om die verrekte bult.
Tja, geef die maar de schuld!
Ik neem mij voor om de vijf kilometer te doen en direct niet meer.
Want anders doet alles weer zeer.
Voordeel van de vijf is dat je de bult niet hoeft te nemen en jezelf dus iets kunt ontzien.
Je wordt er ook niet zo moe van bovendien.
Luuk ook maar even opgeroepen aan de telefoon.
En die wilde met Ronald van der Haak rijden, doodgewoon.
Ik heb overlegd hoe laat we dan moeten vertrekken.
En Luuk antwoorde blij dat ze dat om half elf zouden doen en liet zich niet afbekken.
Zal ik dan alleen gaan?
Ach, ik kan die mannen toch niet alleen laten staan?
Ik belde wederom met Luuk om te vertellen dat ik wilde rijden en hun zal komen halen.
Ze zullen daar ook niet van balen.
Zo geschiedde het dat ik Luuk en Ronald in mijn auto mee nam om naar Leek te rijden.
Hier aangekomen kon een ieder zijn eigen strijd strijden.
In een boerderij is de inschrijving georganiseerd.
Het blijkt dat mijn afstand niet meer is ingecalculeerd.
Ik heb nog slecht twee minuten om aan de start te verschijnen en dat is verschrikkelijk snel.
Voor je het weet dan ben je te laat en dan weet je het wel.
Luuk heeft me erin geluisd!
Dit is niet juist.
Ronald en Luuk hebben lol en lachen hard.
Dat is nu precies wat mij verward.
Help, wat moet ik nu doen?
Ach, ik ben er nu toch en ik verdien hier toch geen poen.
Ik doe gewoon de tien en dan vol verve.
Donderdag niet getraind dus ik heb heus nog wel reserve.
We drinken een bak koffie geheel relaxt.
Ik ben helemaal stil het lijkt alsof ik ben behekst.
We worden blij met nog meer mensen van de loopgroep Zuidhorn die binnen komen.
Het zijn er meer dan we hadden durfden dromen.
Dirk, Philip en Mekke versterken de teamspirit nog even.
Ze gaan het hier in Leek nu echt wat beleven!
We praten nog even en dan gaat een ieder zijn eigen weg.
Want voorbereiden is voor iedereen anders en dat is geen pech.
Ik ga naar het toilet om even later met Luuk de bult te bekijken.
Er wordt door een fotograaf nog een mooie foto gemaakt die later in mijn boek gaat prijken.
We lopen even in en voegen ons daarna bij de rest van het peloton.
Het weer lijkt nog aardig al schijnt hier geen voorjaarszon.
Dan klinkt het startschot mij in de oren.
We rennen weg en kunnen nog een mooie tijd de muziek horen.
Gras is de eerste hindernis en dat is behoorlijk glad.
Gelukkig blijf ik knap op de been en glij niet op mijn gat.
Een bocht naar rechts en we lopen over het gravel heen.
Dat loopt een stuk beter en houd je tenminste op de been.
En gelukkig gaan we even later door het bos want dat loopt ook heel erg leuk.
Jammer genoeg staan hier geen dennen en sparren want dat is lekker voor de reuk.
Het bospad slingert en is voorzien van modderachtige ondergrond.
Maar met de cross training had Dirk verteld dat je gewoon door die braggel heen moet en dat is gezond.
Ik sprint door de troep alsmaar rechtdoor en de modder vliegt me spreekwoordelijk achter de oren.
Blij ben ik dat het traject goed is aangegeven zodat het niet lijkt op een veld met dwaalsporen.
Je moet over de sloot en dan en bultje omhoog.
Daarna weer over een sloot en door een plankje houden we het droog.
Een stuk later gaat het over een modderig pad en ook hier houd ik mijn ogen open.
In deze eerste ronde heb ik het idee dat ze me slopen.
Aan het eind moeten we weer naar een gravelweg.
Ik zie in de verte al een vrijwilliger die de bult moet wijzen, is dat even pech.
Ik nader de man met angsten en beven.
Nu ga ik het echt beleven.
Ik die dacht de bult te mijden!
Zal hem nu echt vier keer moeten bestrijden.
De eerste maal valt het me reuze mee en vol goede moed ga ik het gevecht aan.
Het duurt slechts even en ik laat me helemaal gaan.
Dan betreden we weer het gladde gras wat helemaal een spoor van klei heeft gekregen.
Ik denk aan die drie keer die ik nog moet maar eigenlijk kan je me nu al bij elkaar vegen.
Maar wie A zegt moet ook B zeggen.
Konden ze de klok maar even stilleggen.
Ik ga mijn tweede ronde in en neem een teugje water tegen de dorst.
Even voel ik mij een heuse vorst.
Ronde twee loopt net als één behoorlijk zwaar.
Ik denk alsmaar doorzetten en dat is de juiste instelling nietwaar?
Dan volgt ronde drie en die gaat wat mij betreft veel beter.
Alleen mijn kop wordt rood en ik krijg het steeds heter.
Steeds weet ik dat ik de laatste ben.
Maar ik weet dat ik nog ren.
Ik geef niet op en hoor de laatste ronde bel.
Ik word aangemoedigd door mijn clubgenoten dat dan weer wel.
Even voel ik mij schuldig om het rode clubjasje te dragen.
Het begint aan mijn geweten te knagen.
Ik breng schande over de vereniging denk ik stil.
Dat is wel het laatste wat ik wil.
Maar aan de andere kant is het natuurlijk ook zo dat de loopgroep Zuidhorn een bikkel heeft die niet van ophouden weet.
Dus jongens, ik zet door als je dat maar niet vergeet.
Ik ren of mijn leven ervan af hangt en ik ben blij dat ik het kan.
Echt ik doe dit met veel elan.
Dan kom ik binnen en zie voor mij een goede tijd.
Nee, ik heb van deze tien geen spijt.
Aangenaam smaakt de ranja en ik ontvang mijn herinnering.
Al weet ik niet helemaal wat ik moet met dit ding.
In de boerderij wordt ik als held binnengehaald en getrakteerd op een kop koffie.
Daar sta je dan in je vieze kloffie.
Later sjouwen we gedrieën naar de auto en rijden tevreden naar huis.
En dat is dan het einde voor het gespuis.
Deze dag zal ik nooit weer vergeten.
Het was mijn eerste tien kilometer cross moet je weten.
En ook al ben ik als laatste binnengekomen?
Ik deed de afstand verder dan ik ooit had durven dromen.
Bovendien is het zo dat iemand die opgeeft nooit weet hoe dicht hij bij zijn doel was.
En die wijsheid houd mij in mijn sas.

 










Privacy & Disclaimer voor het laatst gewijzigd op 2020-11-12 20:43:29