6 juni 2012 Hippolytusrun Middelstum
door Lies van der Wal
We gaan eerst terug naar een dag eerder, Dinsdag 5 juni.
Normaal is het training met Ellen en de beginnersgroep. Maar niet deze avond want de groep is
lang niet compleet mede door de avond wandel vier daagse van Zuidhorn. Geen probleem, de “schilpaden”
worden ingedeeld bij de “hazen” en zetten hun beste beentje voort. Het was een gezellige avond
waarbij we zeer goed hebben getraind. Na gewoonlijk een kort nachtje slapen, word ik wederom
op de belachelijke maar gewone tijd gewekt door zo’n irritante wekker, om kwart voor vijf. Ik
sta op en verneem mijn inzet van de training in mijn benen. Ik denk dat het ook komt van drie
wedstrijden van vorige week! Maar goed, ik sleep me naar mijn werk en maak daar weer de nodige
kilometers. Op het moment ben ik inval hoofdeindcontrole en loop de hele dag van hot naar her.
Dus na een werkdag van vele kilometers kom ik moe thuis en besluit na het bakje koffie om
even op bed te gaan.
Na een uurtje bed, scharrel ik wat door huis en begin de aardappels te schillen. En terwijl
ik dat bijna klaar heb gaat de telefoon. Mijn oom vraagt of ik mee wil naar Middelstum. Oeps!
Ik had met Foeke afgesproken dat ik deze week alleen op zaterdag iets zou doen en zeker niet
door de week. “En hoe laat moeten we weg dan?” Het bleek dat ik exact tien minuten bedenktijd
had. Dus ik naar Foeke, en ik vroeg hem hoe hij het vond dat ik met oom Henk op pad ging om
weer een loopje te doen. Hij keek een beetje bedenkelijk maar antwoorde dat hij het goed vond
zolang hij maar niet mee hoefde. Want een week eerder in Harkstede was het hem in de regen niet
echt bevallen. Je kon ook wel gek zijn om in de regen te lopen, maar je moet het zelf maar weten.
Dus toen begon een race tegen de klok om op tijd in de kleren te komen. De tas inpakken en
Foeke kwam nog bij me met een mes en een vuilniszak. Dat was beter voor bij de start om niet
af te koelen. Hij sneed mijn profiel uit en snel een kus en weg was ik. Bij oom Henk aangekomen,
nog even op buienradar gekeken, en we kwamen tot de conclusie dat het nu droog zou blijven. We
stapten in zijn auto en we volgenden de weg naar Middelstum. Onderweg deelden we de ervaring van
afgelopen zondag in de Eemshaven en wat we bij de loopgroepen doen. Gezellig kwebbelend kwamen
we aan in Middelstum waar we snel de auto parkeerden. Bij een hokje van de ijsbaan moesten we
inschrijven en dat bleek erg krap en gezellig druk te zijn. Nadat we de chips en startnummers
hadden, gingen we weer naar de auto om de nummers voor te doen en die stomme grote chips op de
schoen te bevestigen. Het was een hele klus maar uiteindelijk lukte het toch. Plots gingen de
hemelsluizen open en het begon heel erg te regenen. Voor ons was het op dat moment geen probleem,
maar voor de arme kinderen die rondjes op de ijsbaan renden was het niet leuk.
Gelukkig voor ons helderde het weer op en we besloten om een beetje in te lopen. We liepen een
straat in en gingen verder en verder. Ik dacht nog dat het wel tijd was om weer terug te keren
maar zei niets. Er kwam een fietser ons voorbij die ons vertelde dat ze al waren vertrokken en
de schrik sloeg me om het hart. Gelukkig wilde Henk wel weer terug en we kwamen weer op het veld
aan. “Ik moet nog even plassen hoor!” En weg was Henk naar de wc’s. Ik bleef staan op het veld
en verwonderde me erover dat ik geen mensen met startnummers meer zag in mijn directe omgeving.
Na wat beter rondkijken zag ik iedereen al achter de start staan. En op dat moment wordt er
omgeroepen dat er nog dertig seconden voor start zijn. Ik dacht laat Henk maar en ik ren direct
naar de start. Voor het eerst in mijn carrière sta ik bijna vooraan. Ha, dat was ook wel COOL
voor een keer. Ik sta nog even te genieten van het moment en zie in een flits ook Henk zich
bij ons voegen. Het startschot klinkt en weg zijn we op pad door Middelstum en omgeving.
Natuurlijk word ik snel ingehaald door ontzettend veel lopers, wat me trouwens ook een
beetje onzeker maakt. Maar achteruit kijkend blijkt de schade mee te vallen want er lopen
voldoende mensen achter me. We rennen vanaf de ijsbaan door de bebouwde kom en komen na een paar
bochten in een nieuwbouwwijk uit. Vanaf dat punt komen we op een fietspad die door wat natuur
heen voert. Na iets wat op een bos lijkt maar het niet is, komen we bij een soort borg uit.
Fijn van dit punt is weer de waterpost, al heb ik deze run geen dorst. Toch voor de zekerheid
neem ik één slokje en ren driftig verder om de borg heen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik een
enorm mooi gebouw die ik later wel eens beter wil bekijken. Het pad is niet ideaal om op te
lopen omdat de bomen laag hangen door de hoeveelheid water dat is gevallen. Dan heeft lengte
toch ook nadelen. Uiteindelijk gaan we naar een bomenvrij pad en ik versnel maar weer een
beetje omdat er een paar vervelende vrouwen mij aldoor voorbij willen maar het niet echt kunnen.
Dan ik maar sneller, dan komen ze me in ieder geval niet meer voorbij, ZO! We komen weer in de
bebouwde kom en gaan een brug over. Het verkeer moet allemaal op ons wachten en dat geeft ook
wel een kick. In kleine groepjes staan hier weer enkele supporters en dat geeft ook weer vleugels.
Dan ziet mijn oog een bord die verteld dat de finish slechts één kilometer ver is. Ik vraag aan
een man die naast me loopt wat de tijd is. Deze heeft zijn horloge vergeten in te drukken en
hij weet het niet. Een andere man hoort ons en meld dat het vijfentwintig minuten is. Zoveel?
Ik kan hier nog een persoonlijk record halen en weg ben ik. Ik laat de mannen ver achter me
en draaf richting finish. Het gaat nog een stukje over de weg naar beneden en dan langs een
haag, en daar is de ingang van de ijsbaan. Ojeetje, door de hoeveelheid mensen die hier al
eerder langs waren gegaan was het een modderpoel geworden. Voorzichtig hinkelend op de zijkanten
werd het weer gras onder de voeten. Ik zie de finish met klok en constateer dat de tijd al
voorbij de eenendertig minuten is. Er loopt nog één vrouw voor mij die ik nog voorbij sprint en
ik ben blij. Droog binnen gekomen en een leuke loop gedaan. Mijn spieren zijn na een klein beetje
rust aardig stram geworden, maar dat is geen wonder natuurlijk.
Even later komt oom Henk ook binnen, maar die heeft natuurlijk het dubbele gelopen. We
praten nog even met de mensen van loopgroep Bedum en we leveren onze nummers en Chips in. We
krijgen en eierkoek en een lampje aan een sleutelhanger. De eierkoek smaakt goed mede omdat
ik nog geen eten heb gehad. En we vertrekken weer naar Aduard. Thuis had Foeke het eten al
klaar en ik kon direct aanschuiven. Het eten smaakte goed en ik vertelde honderd uit over mijn
belevenissen. Ik kon weer terug kijken op een geslaagde loop.