Mijn eerste marathon
door Joop Beekman
Bij de inschrijving kwamen we de eerste bekenden al tegen; die gingen om diverse redenen niet de marathonafstand lopen maar de
halve. Deze personen vond ik in het begin, dat was dan wel vorig jaar omstreeks november toen de eerste marathontraining begon op de dinsdagen elke week tot aan de laatste week voor de
marathon, nogal fanatiek. Maar tot mijn teleurstelling gingen ze niet eens de hele
lopen.
Dan gingen we van start on precies half tien, Hereplein richting Haren, omgekeerd van de
Vier Mijl van Groningen, over de Meerweg richting Postillon Hotel naar de
Meerdijk, weer richting Groningen. Het weer op dat moment leek goed te
worden. Met vrij goede tempo van ongeveer 9.5 tot 10 km per uur kwamen wij door de
Herestraat. In de Waagstraat was de scheiding van de hele en de halve - nu gingen we dus echt beginnen, dachten
wij.
Op de Oosterhamrikkade gingen we de busbaan op; dat was natuurlijk al een belevenis, nooit eerder op een busbaan gelopen.
Toen kwamen we Lorilee al tegen die mij had beloofd om op de fiets ons te begeleiden, drinken geven,
brillen reinigen,enz. Ook het heuvelachtige van de busbaan hebben wij mogen
ervaren. Wat een tegenvallers zijn dat, zeg. Deze worden op deze afstand echte bergen,
althans dat is mijn ervaring. Ook het weer werd nadat we Zuidwolde waren
uitgelopeneen stuk minder. Deze open stukken werden steeds maar langer,
leek het. Toen wij Noorderhogebrug binnenkwamen was er een groot spektakel langs de kant met heel veel mensen die ons met harde muziek
binnenhaalden. Zou dat de finish al zijn, dacht ik nog.
Maar toen kwam voor mij het zwaarste gedeelte terug naar de stad. Maar eerst moesten we de viaduct van de ringweg omhoog, aangemoedigd door onze rode lopers van de
LoopgroepZuidhorn, wisten wij ook deze berg van ik denk de eerste kategorie te
bedwingen. Dan gaat het naar Selwerd. Zou ik nog bij oma langs kunnen gaan?
Maar net voor haar huis gingen we alweer de andere kant op, richting Oranjesingel.
Hoever zou het nog zijn? Mijn kuiten voelen als boomstammen, wat een roteind, nog vier kilometer.
Als wij bij de Vissersbrug aankomen, denk ik dat wij er over kunnen, maar tot mijn verbazing moeten wij naar de andere kant.richting
Westerhaven, linksaf naar de Museumbrug. Gelukkig weer drinken. Drie bekers cola gedronken, dat geeft mij weer een klein beetje moed om toch nog dat laatste stuk in mijn eentje door te
gaan. Mijn loopmaat Jan van Neunen was op dat moment wel vijftig meter voor
mij. Intussen ging ik weer naar de Vissersbrug. Nu mocht ik de brug wel over voor de laatste twee kilometers die ik voor mijn gevoel eigenlijk
sjokte; het moet er niet hebben uitgezien. En weer gingen we naar de Vissersbrug.
Nu voor de brug linksaf zouden we nu naar de finish gaan. Schijnbaar gaf deze gedachte zoveel energie dat ik zelfs het vertrouwen kreeg dat de marathon zou gaan
volbrengen. Intussen was ik mijn loopmaat Jan gepasseerd om de meet te passeren in de geweldige tijd van
4h38m57s.
Wat was ik blij, zeg. Direkt na de finish loop ik Gerrit tegen het
lijf, die mij feliciteerde. Na alweer een paar glazen cola zocht ik mijn loopmaat op, die door de rode kruismensen op een brandcar werd
gelegd, ingepakt in de bekende folie met dekens omwikkeld; had
onderkoelingsverschijnselen. Werd ook direkt op zijn verzoek gemasseerd. Toen ik vroeg of ik ook kon wordengemasserd moest ik maar in de wachtruimte
plaatsnemen. Daar had ik geen zin in; ik heb Jan nog het beste toegewenst en mijn familie opgezocht die bij de juwelier onder een afdakje stonden te schuilen, want de regen die maakte deze laatste kilometers tot een ware
hel. Totdat Frans en Michel mij het beloofde flesje oudbruin bier overhandigden en mij welkom heetten in de club,van bierdrinkers
ofzo.
|