Mijn debuut als marathonloper
door Johannes Kloppenburg
Er zijn van die dingen die je eens in je leven gedaan
moet hebben, en het lopen van een marathon is daar een van. Tot voor kort
had ik er nooit bij stilgestaan dat ik dat zou willen. Sterker nog, vorig
jaar na het uitlopen van de Monnikentocht (33 km) riep ik nog dat ik er
niet over zou peinzen om ooit een marathon te gaan doen. Maar als bekend
wordt dat er in augustus voor het eerst in Groningen een marathon
georganiseerd gaat worden, begint het toch te kriebelen. Na hier en daar
in het rond te hebben gebazuind dat ik een marathon ga lopen, is het point
of no return gepasseerd. Ik kan zonder gezichtsverlies niet meer terug.
Alleen hoge temperaturen op de dag zelf kunnen mij nog van de start
weghouden. Van Anna van Gelderen krijg ik een trainingsschema voor 12
weken. Het is aan de krappe kant, maar ik heb ’s zomers meer te doen dan
alleen maar hardlopen. Na anderhalf week gebeurt het: een blessure. Als
gevolg van een pijnlijke teen loop ik op de training iets anders dan
normaal, wat resulteert in een stekende pijn bij mijn knie. Ik sta een
week of twee stil. Als de ergste pijn over is begin ik weer voorzichtig
met het schema. Ik doe maar alsof ik de achterliggende weken wel braaf
mijn kilometers heb gedaan. Inmiddels komt echter de ene hittegolf na de
andere voorbij, wat er toe leidt dat ik minder kilometers loop dan het
weektotaal voorschrijft. De
lange duurlopen van 30 km en meer komen al snel in zicht. Daar ben ik nog
niet klaar voor en dus moet dat maar later. Later betekent ook tijdens de
vakantie doorlopen. We gaan naar Denemarken (Fyn voor de kenners) en dat
blijkt een prachtig gebied te zijn om te lopen. De wegen zijn er erg
rustig en het heuvelachtige landschap vormt een leuke variatie op het
normale loopmenu. De 27e komt nu echt dichtbij, de
trainingsintensiteit neemt gelukkig af. In de laatste week loop ik nog wat
symbolische kilometers. Ik zweer de alcohol (tijdelijk) af en giet me
dagelijks vol met water dat er net zo hard weer uit lijkt te lopen.
Koolhydraten stapelen gebeurt natuurlijk ook, gierst blijkt nog meer
koolhydraten te bevatten dan pasta. Verder eet ik al wekenlang
zelfgebakken brood dat grotendeels uit Teff-meel bestaat. Teff is een
Ethiopische graansoort dat de unieke eigenschap heeft dat de koolhydraten
langzaam en over een langere periode vrijkomen.
En dan is het zover: de dag van de waarheid breekt
aan. Een beetje gespannen sta ik in het startvak. Ik heb mij voorgenomen
om op basis van mijn marathontempo-hartslag te gaan lopen. Al gauw laat
mijn Polar echter de meest vreemde getallen zien. Ik besluit mijn hartslag
zijn eigen gang te laten gaan, en haak aan bij een groepje achter twee
pacers die een tijd van 4:30 uur gaan lopen. Het tempo bevalt me goed. Zo
tussen het 30 en 35 kilometerpunt krijg ik het gevoel dat het allemaal nog
aardig gemakkelijk gaat. Zal ik versnellen speelt er door mijn hoofd. Maar
de verhalen over de man met de hamer die zich hier ergens schijnt op te
houden weerhouden me er van. Dan zijn we terug in de stad en de regen
barst los. Hoe eerder bij de finish hoe beter denk ik en ik laat de 4:30
groep achter me. Na een sprint over de Aweg kom ik in 4.25.34 over de
streep. Daar staan Katharina en Anna al op me te wachten. Het zit er op.
Je eerste marathon is uniek. De reis (de
voorbereiding) is daarbij belangrijker dan het doel (de marathon) zelf,
heb ik ervaren. Ik ben blij dat ik het gedaan heb. Het smaakt naar meer,
en natuurlijk dan weer met Teff als brandstof!