Berenloop, Terschelling Marathon november 2015
door Coos Datema
It´s the economy, stupid!
(Berenloop, Terschelling Marathon november 2015)
Met de marathon heb ik een relatie die nu ongeveer zeven en half jaar duurt. Gemiddeld twee keer
per jaar loop ik een marathon, zodat de teller nu op vijftien staat. De marathon is 42 km lang en ik
doe er gemiddeld ongeveer vier uur over. Vaak is de marathon mooi, soms zwaar en helaas dikwijls
een pijnlijk gevecht om de finish te halen. Met wisselend succes liep ik een aantal marathons met als
hoogtepunt een persoonlijke record in Berlijn in 2010. Op zelfgeschreven schema´s liep ik in de jaren
daarna nog vele marathons, sommige goed en andere aanzienlijk minder goed. Na twee matige
marathons in 2014 ging ik toch maar eens bij mezelf te rade, wat de oorzaak van de stagnatie was. Ik
kwam er al snel achter dat ik vaak met mijn zelfgeschreven schema´s sjoemelde, met als gevolg dat ik
te veel kilometers in één tempo liep.
Ik besloot Dirk te vragen een schema voor mij te schrijven, dat mij tot 3:45´ zou brengen. Dirk schreef
een schema en ik begon voor de marathon van Rotterdam met dit schema. Het was een gevarieerd
schema van kort en lang en van snel tot heel langzaam. Tegelijk begon ik met core-stability
oefeningen en lette ik beter op mijn looptechniek. Rotterdam 2015 kwam en ik liep een PR.
Weliswaar net geen 3:45´,maar ik had de weg omhoog weer gevonden.
Na een zomer met veel fietskilometers, begon ik in augustus met de voorbereiding op de Berenloop,
een marathon op Terschelling met het venijn in de staart. Ik trainde weer volgens het schema van
Dirk, alleen was mijn voorbereiding nu korter. Na een wat stroef begin in augustus ging de
voorbereiding steeds gemakkelijker. De lange duurlopen verwerkte ik met speels gemak en ook de
snelle intervaltrainingen gingen fantastisch. Ik merkte dat ik snel herstelde en dat ik steeds zuiniger
liep. Na 30 km op zondag, was een potje tennis die avond geen probleem meer. De vorm kwam
eraan!
Nu de vorm vast zien te houden en heel proberen te blijven. Een verkoudheid had ik een week voor
de marathon getackeld en veel drukte op school zorgde voor de nodige afleiding. De zaterdag voor
de marathon maakte ik mij zorgen over de focus. Ik had niet echt een doel gesteld, maar wel wilde ik
stijlvol met niet te veel verval in het tweede gedeelte finishen. Zondagochtend vroeg kwam vriend R
mij halen voor de boot van kwart over negen. Na de comfortabele overtocht kwamen aan op
Terschelling. Snel naar de sporthal, trainingsbroek uit en naar de start. Het was prachtig weer, warm
voor de tijd van het jaar en er was een lekker zonnetje. Ik voelde me goed, maar miste nog steeds de
focus. Pas bij de misthoorn, die klonk vlak na de start raakte ik in een flow.
Veel te gemakkelijk liep ik de eerste kilometers: 5 minuten per kilometer was toch wat al te dol. Dit
zou leiden tot een tijd van 3 uur 30 minuten. Ik liet het groepje, waarin ook Allard liep, gaan en ging
mijn eigen tempo lopen. Nog sneller dan ik eigenlijk wilde, maar het ging zo lekker. Als een bezige bij
zoemde af en toe Arend Jan om mij heen en maakte foto´s. Waar haalt hij de energie vandaan om
binnen zes weken vier marathons te lopen? Ik werd er vrolijk van en probeerde verder zo zuinig
mogelijk te lopen. Ondertussen werd het weer slechter en begon het te waaien. Gelukkig dreef de
bijbehorende bui over Vlieland. Na de eerste gemakkelijke kilometers gingen we na Oosterend de
duinen in. Snel een plas en dan weer vlug verder. Het bleef lekker gaan en de snelheid kon ik goed
volhouden. De halve marathon ging in 1:49. Even later kwam Arend Jan nog even weer in de buurt
lopen en door zijn opgewekte gedoe met fototoestel gingen de kilometers moeiteloos voorbij. Plots
zag ik vanaf een duin Allard voor mij lopen en bij kilometer 28 passeerde ik hem. Hij zat erdoor en ik
wenste hem sterkte. De volgende kilometers waren relatief gemakkelijk totdat ik bij 33 km het strand
op moest. Die eerste rulle 150 meter: verschrikkelijk! Gelukkig werd het strand daarna vlakker en
harder, zodat het tempo niet al te zeer omlaag ging. Tegelijk probeerde ik zo zuinig mogelijk te
blijven lopen om zo de laatste kilometers nog wat over te houden. Bij km 36 het duin weer over en
op naar de finish. Op de Longway kwam Dirk mij fietsend tegemoet. Toen hij zag dat ik goed ging,
kreeg ik nog wat goede raad mee en liet hij me lekker lopen. Vlak voor de finish moedigden Jan en
Titia mij nog aan. Op de rode loper perste ik mijn laatste sprintje eruit en finishte in 3:42, een nieuw
PR en dat bij de Berenloop. Waar zuinig omgaan met energie wel niet tot kan leiden!